Misschien heb je wel eens op een weegschaal gestaan. Je gewicht wordt dan weergeven in kilogrammen (kg). Of je hebt in de supermarkt de sperziebonen afgewogen, dat gebeurt in grammen (g). Op je geodriehoek staan ook eenheden, namelijk centimeters (cm) en op de snelweg staat om de 100 meter een hectometerpaaltje (hm). Ook moet je elke dag twee liter (L) water drinken en in één pakje drinken zit 2 deciliter (dl) sap.
Al deze dik gedrukte woorden zijn eenheden van metrieken. Metrieken zijn dingen waarmee we kunnen meten. Elke metriek heeft een basiseenheid: gewicht in grammen, lengte in meters en volume in liters.
Feitje: ook tijd is een eenheid die je kunt meten. De basiseenheid is seconden. De seconde kun je opsplitsen in bijvoorbeeld 1000 milliseconden. Echter, het woord kiloseconde komt bijna niet voor. Hiervoor gebruiken we vaker andere eenheden, zoals uren, dagen, weken, jaren, decennia, eeuwen etc.
Hiernaast zie je een omrekentabel. Stel, ik heb een object van 3,5 meter groot. Als ik wil weten hoeveel centimeter dat is, kijk ik in de bovenste rij en doe ik twee stappen naar rechts. Dat betekent dat ik dit twee maal met 10 moet vermenigvuldigen.
Dus 3,5 m = 35 dm = 350 cm.
Als ik een muur van 400.000 cm² moet verven, hoeveel m² is dat dan? Ik kijk dan in de middelste rij (want cm²) en vervolgens doe ik twee stappen naar links. Dat betekent dat ik twee maal door 100 moet delen. De muur heeft dan een oppervlakte van 400.000 cm² = 4000 dm² = 40 m². Dit spreken we uit als 40 vierkante meter.
De inhoud van een balk met afmetingen 100 mm x 50 mm x 12 mm = 60.000 mm³. Dit is wat lastiger schrijven, dus ik zet het liever in cm³. Daarvoor kijk ik in de derde rij (want mm³) en dat betekent dat ik een stap naar links moet doen. 60.000 mm³ = 60 cm³. Dit spreken we uit als 60 kubieke centimeter.
Ook kun je van kubieke decimeters naar liters. Daarvoor geldt: 1 dm³ = 1 L.
Een bak heeft de afmetingen van 10cm bij 10cm bij 10cm (lengte, breedte, hoogte). De inhoud van de bak is dan 10x10x10 = 1000cm³.
Wanneer ik dit omreken naar dm³, kijk ik in het schema bij de derde rij. Ik ga van cm³ naar dm³ een stap naar links, dat betekent dat ik deel door 1000. De inhoud van de balk is dus 1000cm³ = 1 dm³.
Er geldt dat 1 dm³ = 1 L, dus de inhoud van de balk is ook 1 liter.
Hiernaast zie je een video waarin aangetoond wordt.
In deze video wordt uitgelegd hoe je verschillende maten kunt omrekenen. Hoeveel meter is een hectometer? Hoeveel cm³ passen er in een m³? Dat wordt hier allemaal nog eens uitgelegd.